06 dec Belastingplan 2018. Tarieven en heffingskortingen
Het tarief in de inkomstenbelasting blijft vrijwel ongewijzigd, de bovengrens van de derde schijf – het startpunt voor de 52% heffing – wordt opgetrokken van € 67.072 naar € 68.508.
Het tarief 2018 luidt als volgt:
Tarief 2018
Belastbaar inkomen | tarief tot AOW-leeftijd |
tarief boven AOW-leeftijd |
1e schijf | nihil tot € 20.142 | 36,55% (36,55%) | 18,65% (18,65%) |
2de schijf | van € 20.143 tot € 33.994 | 40,85% (40,80%) | 22,95% (22.90%) |
3de schijf | van € 33.995 tot € 68.507 | 40,85% (40,80%) | 40,85% (40,80%) |
4de schijf | van € 68.508 | 51,95% (52,00%) | 51,95% (52,00%) |
Het maximum van de algemene heffingskorting gaat met € 11 omhoog naar € 2.265 voor belastingplichtigen onder de AOW-leeftijd. De korting neemt geleidelijk af, tot nihil bij een belastbaar inkomen in box 1 van € 67.500.
Het maximum van de heffingskorting bóven de AOW-leeftijd wordt € 1.157; ook deze korting neemt gefaseerd af tot nihil.
Het maximum van de arbeidskorting wordt in 2018 iets verhoogd, van € 3.223 naar € 3.249. De arbeidskorting is inkomensafhankelijk en neemt af naarmate de arbeidsinkomsten hoger zijn. Het startpunt van de afbouw ligt bij € 32.720; het afbouwpercentage voor 2018 is 3,6% (2017: idem).
De ouderenkorting wordt verhoogd en komt uit op € 1.418 voor pensioengerechtigden met een inkomen tot € 36.363 en € 72 voor hogere inkomens.